Transcribe your podcast
[00:00:00]

Dag luisteraar. Ik ben Thomas Oethman Kossmann in het voedsel bij de correspondent en ik ga een verhaal voorlezen over hoe met de komst van vrouwelijke wetenschappers oude paradigma's in de biologie omver zijn geworpen en waarom de wetenschap dus baat heeft bij meer diversiteit. Is de uitzonderlijke intelligentie van Engelse mannelijke wetenschappers aangeboren of aangeleerd? Dat is de hoofdvraag die Francesca Hilton stelt in het boek Inglis, Man of science der Natuur, een nurture uit 1874. Francis Galton was Engels wetenschapper en man.

[00:00:43]

Niemand minder dan zijn neef Charles Darwin gaf aanleiding voor de nieuwsgierigheid van geld en in de decent of men het 18 eenenzeventig filosofeerde Darwin, namelijk dat de uitzonderlijke intelligentie van mannen is geëvolueerd dankzij hun concurrentiestrijd om het veroveren van vrouwen. Darwin was een uiterst secure bioloog die jarenlang experimenteerde en gegevens verzamelde voor hij conclusies trok. Maar dat mannen intelligenter, energieker en passionele lees geler zijn dan vrouwen, stond voor hem al van tevoren vast. Wetenschap is een poging om de waarheid objectief te benaderen, maar dat wil niet zeggen dat dat ook lukt.

[00:01:29]

In alle stappen van het wetenschappelijke proces zitten oordelen en vooroordelen verborgen. Wetenschappers brengen met andere woorden altijd hun eigen kijk op de wereld mee in hun onderzoek. In deze realisatie heeft in de afgelopen decennia, mede dankzij de felle strijd van feministen en mensenrechtenactivisten, vakgebieden zoals de sociologie, antropologie en psychologie op hun kop gezet. In al die disciplines wordt nu veel aandacht besteed aan het overbruggen van verschillende perspectieven. Maar in de biologie, vaak gezien als exacter een hardere wetenschap, heeft zo'n metamorfose nooit plaatsgevonden.

[00:02:11]

De studie van de natuur is misschien ook niet het eerste vakgebied waar je aan denkt als het gaat om vooroordelen. Wat maakt het uit hoe iemand bewust of onbewust denkt over vrouwen of mensen van kleur wanneer die een cel, een fruitvlieg of een vogel bestudeert? Welnu, heel veel. Vrouwtjes vogels zingen niet. Ze Shilpa wel een beetje, maar echt zingen. Dat doen de mannetjes in de lente om vrouwtjes te versieren. Of plastische gezegd om zich toegang tot de cloaca van het vrouwtje te verschaffen.

[00:02:43]

Althans, dat was tot voor kort de aanname binnen de biologie en ook daarbuiten is dit in de vorige eeuw zo ingeburgerd geraakt dat menig kinderboek het klakkeloos naverteld. Het is alleen niet waar. Vrouwtjes kunnen vaak net zo mooi zingen als mannetjes. Hij is talloze onderzoeken inmiddels uit en dat was altijd al zo. Alleen was het niemand opgevallen. Zoals praktisch alle wetenschappelijke domeinen was de ornithologie, de studie van vogels, tot voor kort een mannenwereld. Die wereld leunde bovendien op een theorie van daar heb je meer Darwin.

[00:03:23]

Evolutionair gezien, stelde hij, hebben mannetjes die er baat bij het zoveel mogelijk verspreiden van hun sperma, terwijl vrouwen wegens te grote investering in hun kroost vooral baat hebben bij de allerbeste vader voor hun kinderen. Daarom concurreren mannen om vrouwen en kiezen vrouwen de winnaar uit, het kwam simpelweg niet. Bij mannelijke ornithologen op om Ali theorie te twijfelen. Zodoende kwam het onderzoek naar vrouwen zang was in de jaren negentig op gang voor steeds meer vrouwen. Dit wetenschappelijke veld betraden.

[00:03:59]

Nog steeds is het merendeel van de onderzoeks artikelen over gezang van vrouwen vogels geschreven door vrouwen. Hoewel tegenwoordig meer vrouwen dan mannen biologisch studeren, zijn vrouwelijke docenten en hoogleraren nog zwaar in de minderheid. Toen ik in 2010 afstudeerde aan de Universiteit van Amsterdam was er geen enkele hoogleraar biologie vrouw. Ook hoogleraren met een niet westerse migratieachtergrond waren er niet. De hoofddocenten van de vakken die ik volgde waren zonder uitzondering witte mannen. Ook toen ik later promoveerde bij het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee waren mijn begeleiders witte mannen.

[00:04:40]

Het hele instituut, een bedrijf met 300 werknemers, telde precies twee zwarte mensen in de catering en de schoonmaak. Pas in het afgelopen decennium is er werk gemaakt van het aanstellen van vrouwen op hoge wetenschappelijke posities. Nederland verandert daarin het langzaamste van alle Europese landen met meer dan drie keer zoveel mannelijke als vrouwelijke hoogleraren in 2019 en drie keer zoveel mannelijke als vrouwelijke wetenschappers in 2018. In de natuurwetenschappen is het nog bedroevend, maar daar was in 2019 nog minder dan één op de zeven hoogleraren vrouw.

[00:05:21]

Etnische, culturele en religieuze diversiteit is om meerdere redenen veel moeilijker te meten. Maar met het aantal hoogleraren met een niet westerse migratieachtergrond is het nog slechter gesteld. Inmiddels weten we dat vrouwtjes vogels ook kunnen zingen, maar als we dat afzetten tegen alle wereldproblemen, maakt dat dan veel uit? Misschien niet, maar vergis je niet. Biologen hebben heel veel invloed op de manier waarop we naar de wereld kijken. Debatten over de menselijke natuur of over biodiversiteit. Theorieën over goed bedrijfsmanagement of overbevolking.

[00:05:56]

Overal zie je argumenten terug die bedacht zijn door biologen. Neem het nature nurture debat welke verschillen tussen mannen en vrouwen zijn aangeleerd en welke zijn aangeboren? Het lijkt een objectieve vraag, maar dat is het niet. Deze zo vanzelfsprekende tegenstelling tussen aangeleerd en aangeboren kent zijn oorsprong in het werk van. Daar heb je hem weer. Francesca Hilton, die geniale Engelse man. Hij populariseerde het idee van nature versus nurture. Kelten bedacht trouwens ook het woord eugenetica voor de tak van de wetenschap waarmee hij zich bezighield.

[00:06:35]

Een van de meest duistere takken die destijds onder biologen bond om was. Galton wijdde zijn wetenschappelijke leven aan de vraag hoe het menselijk ras verbeterd kan worden door selectief voort te planten met de beste individuen. Het laat zich raden wie hij daarmee bedoelde. De witte bovenklasse. Kelten was daarmee de eerste in een lange traditie van biologen. Neem Ronald Fisher. Hij stond met zijn beroemde boek The Janette Cool Viri of Natural Selection en 1930 aan de basis van de moderne genetica.

[00:07:11]

Minder bekend is alleen dat de laatste vijf hoofdstukken van dit boek over eugenetica gaan en vol staan met racisme van het meest extreme soort. Fisher kon met bergen aan berekeningen om aan te tonen dat vermenging van wat hij noemt de heersende klasse met ogen rivaliseren. Mensen zoals in zijn woorden andere rassen en lagere klassen, uiteindelijk leidt tot instorting van de maatschappij. Zo bevat het boek een model om aan te tonen dat sommige rassen evolutionair zijn aangepast om gedomineerd te worden door de zogenaamde heersende rassen.

[00:07:48]

Dat argument werd in die tijd veelvuldig gebruikt om extreme ongelijkheid, apartheid en zelfs slavernij goed te praten. Zo voorzag viezer, één van de meest gerespecteerde wetenschappers in die tijd, tien jaar voor de Tweede Wereldoorlog, ook de nazi ideologie van een wetenschappelijk sausje. En nog tot in de jaren vijftig pleitte Fisher en andere vooraanstaande genetici voor apartheid. Het steriliseren van arme en vaak niet witte mensen en fokprogramma's voor geselecteerde witte mensen. Met succes. Zowel oud premier Winston Churchill in Engeland als verschillende presidenten in de Verenigde Staten brachten dit in de praktijk tot in de jaren zestig aan toe.

[00:08:36]

Door vooroordelen generaties lang te herhalen en die steeds zogenaamd te onderbouwen met evolutionaire theorieën, verheft de wetenschap vooroordelen tot vanzelfsprekendheden. Ook nu nog worden competitiviteit, analytisch denken en geilheid gezien als van nature mannelijke eigenschappen en zorgzaamheid, trouw en verlegenheid. Als vrouwelijke, maar de Engelse mannelijke bioloog Angus Baeteman was in 1948 degene die het zogenaamde bewijs ervoor leverde. Hij ontdekte in experimenten met fruitvliegjes dat mannetjes vliegen onderling veel meer variëren in het aantal seksuele partners dan vrouwtjes liggen. Hieruit concludeerde hij niet discriminerende gretigheid in mannen en discriminerende passiviteit in vrouwen moeten evolutionair vroege effecten van inter mannelijke selectie zijn en dus wijdverspreid in de natuur.

[00:09:39]

Sindsdien heet het sperma argument van Darwin beter mens principe en tot tien jaar geleden werd deze theorie vrijwel nooit in twijfel getrokken door biologen. Dankzij recenter onderzoek weten we inmiddels dat het allemaal zo simpel niet is. En opnieuw is veel van wat onderzoek gedaan door vrouwen. Zij twijfelden aan die oude denkbeelden die voor mannen toch wel erg goed uitkwamen en wijdde hun wetenschappelijke carrière aan het corrigeren ervan. Zij zwommen tegen de stroom in, spoorden mogelijke fouten op, verzamelde tegenbewijs, herhaalde klassieke experimenten en corrigeerde zo de slepende kortzichtigheid van hun mannelijke collega's.

[00:10:22]

Het was een vrouw die in 1986 als eerste de bijl zetten in Beekmans principe door aan te tonen dat vrouwelijke lemuren zijn aapjes wel pap lusten van seks met verschillende mannen. Sara Hardy. Het was een vrouw die in 2009 blootlegde hoe kortzichtig het is om menselijke rolverdeling te verklaren aan de hand van gedrag. Experimenten met fruitvliegjes William Brown en het was een vrouw die in 2013 de klassieke studie van Baeteman herhaalde en totaal andere resultaten vond. Patricia Govaerts. Dat was het begin van het einde van de 150 jaar oude wetenschappelijke praat over van nature overspelige mannen die met sperma willen sproeien.

[00:11:06]

Achteraf is het logisch, want is de basis aanname dat het bevruchten van een vrouw slechts één spermacel kost wel waar? Nee. Is het werkelijk zo dat alle mannen met zoveel mogelijk vrouwen seks hebben? Nee. Houden vrouwen werkelijk minder van seks dan mannen? Nee, maar zolang niemand het tegendeel aantoont, kunnen aannames en mythes eeuwenlang voor wetenschappelijke waarheid doorgaan. Het zijn ook vrouwen geweest die in de afgelopen decennia het meeste wetenschappelijke sloopwerk hebben gedaan. Aan het onderscheid tussen natuur en nurture.

[00:11:42]

Mary Jane West Eberhard was in 2003 een van de eersten die met een berg aan voorbeelden liet zien dat evolutie niet altijd begint met genetische verandering, zoals evolutiebiologen tot voor kort altijd aannamen. Evolutionaire veranderingen kunnen ook beginnen met een idee. Neem Darwin's vinken, de Galapagoseilanden, die Darwin het inzicht van natuurlijke selectie gaven, de vele soorten vinken daar hebben allemaal een andere snavel vorm die is aangepast aan het kraken van verschillende zaden. Volgens de klassieke theorie ontstaat een soort door een genetische mutatie met als gevolg een andere snavel, vorm en vervolgens een dieet switch van de vogel.

[00:12:28]

Maar het zou ook kunnen dat Vinken eerst op het idee komen om nieuwe zaden te eten, bijvoorbeeld omdat andere zaden op zijn. Daar is geen genetische mutatie voor nodig. Vervolgens, stelt Eberhard, kan het lichaam zich ook zonder genetische mutaties tot op zekere hoogte aanpassen. Omdat ontwikkeling van het lichaam flexibel is, zoals kinderen die veel turnen sterkere botten krijgen, konden vinken die hardere zaden aten wellicht een sterkere snavel ontwikkelen. En ook door slijtage kan de vorm van de snavel veranderen.

[00:13:03]

En als dit maar lang genoeg gebeurt elke generatie opnieuw. Dan volgen toevallige genetische veranderingen die dit bestendigen vanzelf. Eva Blonska en Marian Lijm borduurde hierop voort in hun baanbrekende boek Evolution for Dimensions uit 2005. Zij maakten op een toegankelijke manier duidelijk dat niet alleen genetica, maar ook epigenetica, leer, gedrag en cultuur onlosmakelijke onderdelen zijn van biologische ontwikkeling en evolutie. Een voorbeeld dat herbivoren planten kunnen verteren komt dankzij de bacteriën in hun darmen en die bacteriën die ervoor ze niet genetisch, maar die krijgen ze na hun geboorte van hun moeder door haar poep in te slikken.

[00:13:47]

In zekere zin is de kunst van het planten verteren dus niet aangeboren. Moeten we dan zeggen dat herbivoren van nature geen planten kunnen verteren? Natuurlijk niet. Het is net zo natuurlijk als al hun andere gedrag. Het is alleen niet via de genen overgeërfd. Jabloko en Lemm beschrijven nog tientallen andere manieren waarop we eigenschappen over erven en die tussen Nete en nurture zweven. De enige mogelijke conclusie het is zinloos om ons gedrag op te splitsen in aangeboren en aangeleerde zaken, zo klinkt het misschien alsof de belangrijkste fouten in de biologie nu zijn opgespoord en weggewerkt.

[00:14:26]

Maar niets is minder waar. Zo komt het sperma argument nog altijd terug in wetenschappelijke publicaties. Ondertussen zijn de vrouwen die deze theorie ontkrachten. Zelfs onder biologen. Niet erg bekend. Nog steeds zijn er vooral witte mannelijke hoogleraren, zoals hersenonderzoeker Dick Swaab en evolutionair psycholoog Mark van Vugt, die het bewezen achtte dat vrouwen in hun woorden geprogrammeerd of van nature meer geneigd zijn tot zorg voor kinderen dan mannen. Het vaakst aangehaalde bewijsmateriaal. Een experiment met jonge rages. Aapjes waarin de meisjes gemiddeld even graag met poppen als met speelgoedautootjes speelden, terwijl de jongetjes vaker naar speelgoedautootjes grepen.

[00:15:12]

Verregaande conclusies trekken over de natuur van de mens aan de hand van een gedrags experiment met een andere diersoort. Sinds Baeteman is er niet heel veel veranderd. Zou het niet kunnen dat ook bij rages aapjes, net als bij mensen, meisjes en jongens al vanaf hun geboorte verschillend worden behandeld, omdat de jongetjes vaker andere jongetjes deden? Meisjes hun moeder willen nadoen om wat voor reden dan ook de voorkeuren van jonge rages. Aapjes kunnen net zo goed als bij mensen beïnvloed worden door hun sociale omgeving.

[00:15:45]

Het experiment leert ons helaas niets over de oorzaken van gender gerelateerde euta voorkeuren. Het idee dat mannen en vrouwen van nature van karakter verschillen, leeft dus nog steeds onder wetenschappers. Dat geldt niet meer voor het verschil tussen zogenaamde rassen. Dat etnische groepen mentaal van elkaar verschillen, is inmiddels door de wetenschap grondig en overtuigend naar de prullenbak verwezen. Alleen in obscure pseudo wetenschappelijke tijdschriften zijn zulke sentimenten nog vindbaar, al is ook dat niet ongevaarlijk. Toch wilde niet zeggen dat de wetenschap nu bevrijd is van bedoeld of onbedoeld racisme.

[00:16:25]

Zo zijn er als verre echo van Galton, Darwin en Fisher nog steeds veel, vooral witte en mannelijke biologen die zonder kennis van zaken publiekelijk betogen dat populatie beperking in arme landen een zogenaamd taboe is dat doorbroken moet worden om de klimaat en biodiversiteit crisis het hoofd te bieden. En ook een ander aanverwant idee, ook bedacht door biologen, maakt nu wereldwijd furore onder politici die zich overigens terecht zorgen maken over de toekomst van de biodiversiteit. Om de natuur weer voldoende ruimte te geven, zou de helft van de aarde bestempeld moeten worden als natuurgebied waar de mens niet mag jagen, vissen of landbouwers.

[00:17:07]

Het is een idee dat in 2016 populair werd dankzij het boek H.V. Earth van de invloedrijke Amerikaanse witte mannelijke bioloog Edward Wilson. Ondertussen is het in afgeslankte vorm opgepakt door de Verenigde Naties in de vorm van de Thirty Bay Thirty. Doelstelling 30procent van de aarde moet voor 2030 terug naar de natuur. Dit is de inzet van de komende biodiversiteit top van de VN die afgelopen oktober in China had moeten plaatsvinden, maar door Korona is uitgesteld. Een groep van voornamelijk witte wetenschappers werkte de economische haalbaarheid van het idee uit in een groot onderzoeks artikel.

[00:17:51]

De conclusie het is haalbaar, maar haalbaar. Voor wie precies? Wie krijgt er straks een verbod op landbouw opgelegd en door wie? Dat vraagt een grote en diverse groep critici zich af. Die vragen worden niet beantwoord door de onderzoekers. En juist dat is volgens deze critici tekenend. Zij vrezen dat gemarginaliseerde bevolkingsgroepen de dupe worden van dit zogenaamde reddingsplan. Denk aan mensen die in de Serengeti leven van nomadische veehouderij en mensen die in het Amazoneregenwoud leven van jacht en visserij.

[00:18:26]

Moeten zij straks hun geboortegrond verlaten en hun eeuwen, soms zelfs millennia oude cultuur opgeven omdat anderen hun eigen natuur al massaal hebben verwoest? En dat terwijl deze groepen zelf vaak de fanatiekste activisten voor natuurbehoud zijn. De onderzoekers die het project haalbaar noemen, stellen dat de mensen die nu nog leven van de jacht in de aangemerkte natuurgebieden erop vooruit kunnen gaan door zich om te scholen tot natuurgids. Dat levert gemiddeld meer geld op dan marginale landbouw. Maar de economische kijk op een duurzame samenleving is juist typisch een Europese kijk op de wereld die volledig voorbijgaat aan andere niet economische waarde van traditionele samenlevingen.

[00:19:12]

De perspectieven van de bewoners van de laatste, grotendeels intacte ecosystemen op aarde is een grote blinde vlek binnen de wetenschap in de politiek die zich bezighoudt met natuurbehoud. Zouden biologen dezelfde suggesties doen voor het beschermen van de wereldwijde biodiversiteit als zij niet met een overweldigende meerderheid uit Europa en Noord-Amerika kwamen, maar uit Afrika? Waarschijnlijk niet. Sinds vrouwen zijn toegetreden tot de biologie is er veel veranderd. Het toelaten van niet westerse en niet witje perspectieven is de volgende horde. Dat kan door mensen wereldwijd toegang te geven tot de best mogelijke wetenschappelijke opleiding.

[00:19:53]

Het kan door alle wetenschappelijke literatuur gratis toegankelijk te maken, door niet westerse mensen actief te betrekken in het review proces van wetenschappelijke artikelen of door niet westerse mensen hoge wetenschappelijke posities te geven, zodat ze de invloed krijgen om hun vakgebied te kunnen veranderen. Welke nieuwe ideeën en inzichten? Dit alles zal opleveren, is onmogelijk te voorspellen. En dat is precies waarom het zo belangrijk is. Bedankt voor het luisteren, delen van dit stuk komen voort uit gesprekken met een diverse groep wetenschappers.

[00:20:29]

Andere delen zijn gekend op een boek dat ik eerder schreef samen met Theunis Piersma De ontsnapping van de natuur. Jelena Barry's gids deed de eindredactie. Wil je nog meer verhalen horen en ben je nog geen lid van De Correspondent? Ga dan naar De Correspondent. Pinel Sleets wordt lid. Tot de volgende keer.