Transcribe your podcast
[00:00:00]

Dag Ik ben Michiel de Hooch, ik ben correspondent sport bij De Correspondent en ik lees vandaag een stukje voor over een merkwaardige economische theorie, die van de middelmatige superster. En op één of andere manier moest ik bij die term denken aan voetbaltrainers. Een raadsel met een aanloop je. Het is vreselijk moeilijk om de beste voetballer ter wereld te zijn. Het is de populairste sport ter wereld. Velen zijn er goed in. Velen doen moeite om de allerbeste te worden.

[00:00:32]

Maar als je het lukt, dan heb je ook wat. Je bent rijk en beroemd, maar carrière zijn kort en jongeren fitter. Concurrenten staan wereldwijd klaar om jou van de troon te stoten. Dat werpt een vraag op waarom is dit dan met trainers niet zo? Waarom zijn veel trainers ook rijk en beroemd? Waarom bezetten zij schaarse en gewilde baantjes? Maar waarom klinken ze dan tegelijkertijd niet zo heel veel anders dan de coach? Van een goede amateurclub? En waarom zijn zij niet net als de spelers een multi-culturele, puur meritocratie samengestelde groep?

[00:01:10]

En waarom worden ook zij niet continu vervangen door jongeren betere exemplaren? Waarom zitten we steeds maar weer met, zeg Dick Advocaat. Ron Jans, Jerko Petrovic en Frank de Boer. De Finse econoom Marco Tarvisio heeft hier een fascinerend antwoord op. Als hij kijkt naar voetbaltrainers, dan ziet hij een klassiek voorbeeld van marktfalen. De individuele actoren hier, de voetbalclubs, doen alles goed en toch zit het collectief hier de sector, het publiek opgescheept met niet al te talentvolle witte mannen van meer dan middelbare leeftijd of interviews variant op een beroemde economisch fenomeen.

[00:01:54]

We hebben te maken met midi ocar superstars middelmatige supersterren. Eerst even de superster, in de economische wetenschap is de superster het genietende voorwerp van het supersterk effect, het verschijnsel dat de beste kunstenaars, atleten, bedrijven en producten een buitenproportioneel groot marktaandeel hebben. Niet omdat de besten steeds beter zijn geworden, maar omdat hun afzetmarkt groter is geworden. Neem Musikanten. Vroeger, als je als holbewoner geluk had, dan was er in een grot in de buurt iemand met een fijne stem of met een uitzonderlijke gave om uit een uitgehold geperforeerd Fogel bot een oer fluid muziek te kunnen peuren.

[00:02:35]

En zo niet, dan had je pech. Je wist niet beter. Dat veranderde met de verstedelijking in een achttiende eeuws operahuis met een aanzienlijk betere akoestiek dan een god, trokken de beste solisten avond na avond duizenden bezoekers. Elisabeth Billings en de ster sopraan van die tijd verdienen een salaris van tienduizenden ponden, driehonderd keer het mediaan salaris. Tweehonderd jaar later kunnen artiesten dankzij technologie, dat wil zeggen via analoge en digitale albums, via streamingdiensten en via concerten wereldwijd een nog veel groter publiek bereiken.

[00:03:09]

En dat publiek kiest massaal voor het beste of voor wie of wat dan ook wordt gezien als de beste. Een voorbeeld stel je hebt tien euro beschikbaar en je kunt kiezen tussen een opera gezongen door Luciano Pavarotti of een opera gezongen door Juan Diego Flores. Welke koop of streaming dan? De meeste mensen zullen gaan voor Pavarotti. Flores is een exceptionele tenor, ergens in het 99e percentiel van alle tenoren, maar Pavarotti is om één of andere reden de beste honderd en honderd en in elk geval de beroemdste.

[00:03:45]

Het gevolg daarvan? Pavarotti stierf met een portemonnee zo groot als zijn ego van wel een half miljard. En van Flores heb je vermoedelijk nog niet gehoord tot nu toe. En die extremen zullen extremer worden. De best verdienende artiest anno nu verdient zo'n drieduizend keer het mediaan, salaris of een ander voorbeeld. Johan Cruijff was miljonair en Leo Messi wordt misschien wel miljardair. Niet omdat Messi nu zoveel beter is dan Cruijff destijds, maar wel omdat voetbal populairder is en via televisietoestellen en televisie contracten bereikbaar is geworden voor veel meer mensen.

[00:04:21]

Kortom, we leven in een supersterren wereld. En wat je daar ook van vindt. Voor de consument is dat goed nieuws. Je hoeft dus niet meer te luisteren naar Carla van Driegoten verderop, maar je kunt waar en wanneer je maar wilt luisteren naar welke artiest je maar wilt. Bijvoorbeeld naar Taylor Swift, de best verdienende artiest van 2019. Het schaarse talent is voor iedereen te genieten. Voorsprong door techniek. Maar niet in alle beroepen en niet in alle wereldwijde competities regeert de top.

[00:04:51]

Of in elk geval regeren. Serieus getalenteerde mensen. In sommige beroepen zie je iets curieus. Mensen die veel geld verdienen, veel aanzien genieten, maar toch zo gewoontjes lijken. Maak kennis met de middelmatige supersterren. De bedenker van de Midi OCAR Superstar, Marco Tarvisio dus, kan de essentie in twee zinnen uitleggen. In sommige beroepen, zegt hij, is het probleem niet dat het talent schaars is, maar dat onze kennis van wie talent heeft schaars is. Neem CEO's van multinationals.

[00:05:29]

Is iemand geschikt voor die baan? Dat weet je pas als iemand die baan heeft gehad. Er is geen opleiding, er is geen test. Er is geen echte opstapje natuurlijk. Je kunt wel directielid zijn geweest, maar de baas zijn van zo'n groot bedrijf. Dat is van een geheel andere orde. Experimenteren met nieuwelingen is risicovol. Verkeerde keuzes op Cirio niveau hebben grote consequenties en dus kiezen bedrijven, instellingen en clubs iemand uit het kleine clubje mensen met een track record.

[00:06:00]

Iemand die al CEO is geweest, zelfs al lijkt die persoon niet zo heel indrukwekkend.

[00:06:07]

Maar maar maar denk je misschien? Risico nemen? Dat kan toch ook lonen om minder dan je zou denken, zegt derving. Als een bedrijf, filmstudio of voetbalclub een nieuweling aanstelt en die nieuweling blijkt heel erg goed te zijn, dan weet de buitenwereld dat ook meteen. Waarna je diegene meer salaris moet betalen als je hem of haar wil behouden. Het gevolg van dit alles veilige keuzes voor CEO's en trainers dus, die vrijwel zeker niet geniaal, maar ook vrijwel zeker niet vreselijk zijn.

[00:06:41]

Een stoelendans van middelmatige supersterren, kortom onontdekte genieën, uitblijvende innovatie, want nieuwkomers krijgen we pas zodra een middelmatige superster stopt. Maar dat duurt lang, omdat de vraag naar zijn of haar diensten opmerkelijk hoog blijft. En er is dus geen enkele prikkel voor die persoon om te stoppen. En als voetbal volgen, zou je op dit moment misschien kunnen denken. H. Dick Advocaat. Een paar jaar geleden las de Belgische arbeidsmarkt econoom Thomas Peeters, Servius Paper Superstars en Mario Quartiers Market vuiler en de Discovery heeft talent.

[00:07:20]

Voor Peeters was het een soort eureka moment. Ik denk dat als je als voetbal volger naar het voetbal kijkt zegt hij, je bijna niet anders kunt denken dan ja, dit is de markt waar precies gebeurt wat Marco beschrijft. Servius Théorie titelde zijn intuïtie als fan. Maar Peeters stond vooral te juichen als wetenschapper. Want de theorie is heel elegant. Het verklaart het langdurig bestaan van de middelmatige superster immers niet uit een samenzwering van het old boys network of uit de collectieve stupiditeit van stompzinnige voetbalbestuurders, al zijn dat ook zeker factoren die meespelen.

[00:07:57]

Maar het verklaart vooral uit rationele overwegingen. Ter theorie is met andere woorden een fraaie diss van de theorie van de vrije markt, het ongebreidelde kapitalisme in handen gegeven aan de meester rationeel denkbare bedrijven. Voetbalclubs leidt in bepaalde omstandigheden niet tot het beste van het beste martelt middelmatige supersterren. Anders dan je zou verwachten. Kortom fraaie theorie, grappige theorie zelfs, maar is die ook te bewijzen? Daar zijn data voor nodig. Het ideaal van een econoom is een gecontroleerd experiment, zeg maar twee video opname van twee groepen.

[00:08:38]

Een groep beginnende trainers geef je een eerste baan en een andere groep laat je onberoerd. En dan kijk je wat er gebeurt. Wie krijgt een vervolg banen en stijgt het algehele niveau van de trainer? Zo'n experiment kan natuurlijk niet in het voetbal, tenzij er een of andere oliemiljardair nieuwe competitie in het leven roept, waar de helft van de clubs alleen maar onervaren trainers mogen aanstellen. Maar Peeters had wel the next best thing. Zo'n beetje alle denkbare data van de prestaties van vier decennia.

[00:09:08]

Engelse trainers, aanstellingen, goals, salarissen, tegenstanders zeg maar een hoge resolutie foto van het trainersvak en de vraag die hij deze foto stelde is al Serviers theorie van middelmatige supersterren. Klopt. Zou je dan deze data verwachten? Om een lang verhaal kort te maken ja, het stikte in het Engelse voetbal van de bewezen niertjes en 50's. Peeters bepaalde dit door op elk moment dat een coach een baan kreeg diens resultaten te vergelijken met de resultaten van een gemiddelde nieuweling in de tien jaar daarvoor.

[00:09:43]

Als een club een nieuwe coach aanstelt, zegt Peeters, dan zou je verwachten dat die club minimaal deze drempelwaarde aanhoudt. Dus dat het een trainer aanstelt die minimaal het niveau heeft van de gemiddelde beginneling. Maar dat gebeurde vrij vaak niet, schrijft Peeters in zijn paper The Survival of My Kyoko Superstars in The Labour Market. Clubs kozen vaak voor ervaren trainers die onder die drempelwaarde scoorden, die dus minder goed zijn dan de gemiddelde beginneling. En waarom nou? Omdat die clubs dus vrijwel zeker wisten dat de coach ook weer niet helemaal slecht was.

[00:10:19]

En die zekerheid dat een coach niet helemaal slecht is, is heel veel waard. Als je als club tegen degradatie vecht, zegt Peeters, dan is dat precies wat je wilt. Een voorbeeld stel je staat als club 16e of 17e. Het gaat niet heel erg goed. Je moet iets doen als je achttiende wordt, want degradeerde. Als je dertiende wordt. Maar dan blijf je in de eredivisie, maar betekent verder niet zo heel veel. Wat voor trainer kies je dan?

[00:10:48]

Kies je dan een veelbelovende nieuweling met wie je mogelijkerwijze dertiende bijvoorbeeld zou kunnen worden? Of kies je voor een trainer waarvan je zeker weet dat hij niet verschrikkelijk goed is? Maar voor wie je ook weet dat hij niet verschrikkelijk slecht is. Bijvoorbeeld Zeljko Petrovic Willem 2 stelde zichzelf die vraag halverwege het seizoen en koos vanzelfsprekend volkomen rationeel en prachtig conform de theorie van Marco Tarvisio voor Zeljko Petrovic. Het is kortom, allemaal goed te begrijpen. De middelmatige superster is goed voor de club, maar slecht voor het voetbal als geheel.

[00:11:25]

In plaats van meer. Jürgen Klopp is voor niet voetbalkenners. Klopp is de intelligente en charismatische coach van Liverpool, die geldt als één van de beste coaches van zijn tijd. In plaats van hem kiezen we steeds weer voor een. Huub Stevens, een Ron Jans of een Dick Advocaat. En voor niet voetbalkenners. Zij bezitten weinig eigenschappen die Jürgen Klopp wel bezit. Maar hoe kan het beter? Hoeveel beter zouden we af zijn als we de alle matigde middelmatige supersterren zouden vervangen door nieuwelingen?

[00:11:53]

Peeters becijferde dat ook het niveau van alle trainers samen zou nulpunt 1 standaarddeviatie stijgen. Is dat veel? Is dat weinig? Ik vroeg het Peeters. Hij zei dat zijn ongeveer twee of drie. Jürgen Klopp is Pep Guardiola of José Mourinho is voor niet voetbalkenners. Dat zijn hele goeie trainers per generatie erbij. En dat lijkt mij toch niet weinig, zei Peeters. Zijn er manieren om deze verbetering te verwezenlijken? Ja, in theorie wel. N manier is het invoeren van een transfersysteem voor trainers, zoals dat er ook voor spelers is.

[00:12:29]

Dat beloont clubs voor het nemen van risico met nieuwelingen. Ze krijgen één of twee seizoenen resultaten van de succesvolle nieuweling, plus een transfersom als een andere club de succesvolle nieuweling wil contracteren. Een andere oplossing is slavernij. Een andere econoom die Ter Wiers Paper las, kwam met deze speelse suggestie Wat hij bedoelde is dit. Als jij clubs toestaat om langetermijncontracten op te stellen die de coach een redelijk salaris geven tegen de verplichting het contract uit te dienen, dan zul je waarschijnlijk betere coaches gaan krijgen.

[00:13:04]

Een club zou dan bijvoorbeeld 7 jaar kunnen beschikken over de talenten van die nieuweling. De nieuweling krijgt de kans om zich te bewijzen en kan zich na die zeven jaar aanbieden aan de club die hem het hoogste salaris biedt. En als hij niet goed blijkt te zijn in die periode van zeven jaar. Nou, dan kan de club het contract eenzijdig opzeggen en is de coach vrij om te gaan waar hij wil. Beide zullen niet gebeuren. Geen transfersysteem voor coaches en geen slavernij en dus zitten we als voetballiefhebbers vermoedelijk voor altijd vast aan heel weinig jurken, clubs en heel veel middelmatige supersterren.

[00:13:38]

Witte mannen van meer dan middelbare leeftijd die weer eens nu echt hun allerlaatste kunstje doen en daarna redelijk vermogend met pensioen gaan omdat ze een bijna garantie waren op het voorkomen van een afgang. Bedankt voor het luisteren. Wil jij meer verhalen horen en ben je nog geen lid van De Correspondent? Ga dan naar de correspondent panel slash word lid.