Nina Polak - De revolutie in de psychiatrie is begonnen. Dit zijn de rebellen
De Correspondent- 1,544 views
- 25 Aug 2020
Overal gaan strijdbare dokters, patiënten en hulpverleners het gevecht aan met de klassieke psychiatrie, op zoek naar een betere ggz. Ze maken de weg vrij voor een nieuwe manier van kijken naar menselijk leed – waarbij je nooit helemaal beter bent, maar ook nooit helemaal ziek.
Lees hier het artikel:
https://decorrespondent.nl/11528/de-revolutie-in-de-psychiatrie-is-begonnen-dit-zijn-de-rebellen/1181850560-d19fd385
Wil jij onze podcasts mogelijk maken? Word dan lid van De Correspondent voor 7 euro per maand. Als lid krijg je toegang tot nog veel meer journalistieke artikelen, podcasts en documentaires die voorbij de waan van de dag gaan. Heel erg bedankt! http://www.decorrespondent.nl/wordlid
Productie : Jacco Prantl
Voor vragen, opmerkingen of suggesties mail naar post@decorrespondent.nl
Beste luisteraar, mijn naam is Jacco Prantl en ik ben een audio redacteur bij De Correspondent. Je gaat zou luisteren naar een verhaal van Nina Polak. Dit artikel maakt deel uit van onze serie klassiekers waarin hun stukken opnieuw onder de aandacht brengen, waarvan we denken dat ze tijdloos zijn en waar we gewoon erg trots op zijn. Het stuk van Nina gaat over een richtingenstrijd in de psychiatrie. Wie heeft er eigenlijk recht op hulp van de geestelijke gezondheidszorg en hoe bepalen welk lijden behandeling behoeft en welke we beschouwen als onderdeel van een normaal leven?
Hallo, mijn naam is Nina Polak en ik schrijf voor De Correspondent over het moderne leven. Ik ga een verhaal voorlezen waarvoor ik me de afgelopen tijd heb verdiept in de toekomst van de psychiatrie en de GGZ, waarvan je wel kunt zeggen dat ze zich in een soort crisis bevinden. Ik ben in zaaltjes door het hele land geweest en heb gesproken met de mensen die zich inzetten voor een beter rechtvaardig systeem. Nieuwe manier van kijken naar geestelijk leed. Iedereen in het zaaltje kent het verhaal van Marina.
Ze heeft de aanwezigen stuk voor stuk opgebeld en netjes aan mij in aangrijpend detail verteld wat haar en haar broertje is overkomen. Als klein kind vluchtte de nu dertigjarige Marina Boeva met haar ouders en haar zus uit de voormalige Sovjet-Unie. In het asielzoekerscentrum waar het gezin vijf jaar zou zitten, werd haar broertje Alexander geboren. Ze zou de ideale Nederlanders worden. Marina blonk uit op school. Alexander als kunstschaatser over een verleden in het ZC. Het geschreeuw daar, de gevechten, het bloed aan de muren werd niet gepraat.
Evenmin over de druk die ze ervoeren om hun beste zelf te zijn. Ze kijken vooruit naar een succesvolle toekomst. School was een Alexander niet zo besteed als aan zijn zus, maar niemand had verwacht dat hij als student plotseling zou stoppen met zijn schaatscarrière. Hij had genoeg van de prestatiedruk, de vrijheid om zich toe te leggen op zijn andere talent. Muziek produceren van de ene op de andere dag zat hij thuis op de bank waar hij muziek maakte, maar ook veel bloosde.
Het duurde een jaar voordat hij zijn eerste psychosen kreeg. Alexander zou meermaals worden opgenomen in ggz instellingen, denkend dat hij God was. Hij beloofde te stoppen met blowen, stopt ook echt, viel terug, werd beter, werd slechter en werd weer wat beter, zoals dat kan gaan met psychische problemen. Marina wandelde op het strand toen ze een telefoontje kreeg. Ze wist het voordat ze de woorden hoorde. Alexander had een einde aan zijn leven gemaakt. Hij was 22.
Marina is een onberispelijke, tengere verschijning met een engel achtig gezicht, krachtige bruine ogen en een energieke glimlach. Ze staat voor dit zaaltje waar zich op haar initiatief een stuk of tien bobo's hebben verzameld, onder wie drie hoogleraren. Wat? Sociaal ondernemers, zorgprofessionals en onderwijs runnen mindfulness trainer. Allemaal hebben ze tijd ingeruimd om hun expertise beschikbaar te stellen. Nu kijken ze afwachtend om zich heen. Wat er met haar broertje gebeurd is, denkt Marina, had voorkomen kunnen worden als hij geleerd had over zijn problemen te praten als hij de juiste hulpverleners was tegengekomen.
Als hij zelf beter had begrepen wat er in zijn hoofd voltrok, als de GGZ er anders uit had gezien. Ze is niet de enige die er zo over denkt. Door heel Nederland zijn er talloze mensen, zoals Marina, die zich gedreven door een ervaring in de GGZ inzetten voor een beter, effectiever en rechtvaardiger systeem. Zeg maar gerust een paradigma verandering in de psychiatrie. Want er is nogal wat aan de hand in de psychiatrie en ggz, na berichtgeving over misstanden in de overbelaste sector is de afgelopen jaren geen gebrek geweest.
Denk enorme wachtlijsten, nijpende personeelstekorten, onvermijdelijke scenarios, cellen en een burnout epidemie onder werknemers. Jaarlijks heeft de GGZ geld om vijf tot zeven procent van de bevolking te verzorgen. Dat correspondeert met het percentage van de bevolking dat lijdt aan ernstige psychiatrische problemen. Tegelijkertijd blijkt uit epidemiologisch onderzoek dat per jaar 20 procent van de Nederlanders zodanig psychisch lijdt dat een diagnose op basis van de DSM gerechtvaardigd zou zijn. Het probleem In de GGZ is sprake van overbehandeling van lichte gevallen en onder behandeling van ernstige gevallen.
Of zoals psychiater Damiaan Denys het formuleerde in het meest gelezen en essay artikel van 2018. De medicalisering van het gewone lijden gaat gepaard met de ont medicalisering van de psychiatrie. Voor wie is de GGZ? Eigenlijk kun je je afvragen wie heeft er recht op hulp en hoe bepalen we dat? De psychiatrie verkeert zowel wetenschappelijk als in de praktijk in een identiteitscrisis. Decennia van veelbelovende neurowetenschap hebben geen eenduidig antwoord opgeleverd op de vraag wat een psychische stoornis nu precies is en ook sociaal maatschappelijke verklaringen schieten tekort.
Desondanks, dat is de paradox, lijkt een toenemend aantal mensen te lijden onder dingen waarvoor de psychiatrie een label of een behandeling heeft. Het systeem zwicht onder zoveel hulpbehoevend heid. Er moet, kortom, iets gebeuren. In het zaaltje zat Marina haar nieuwe levens missie uiteen. Zorgen dat zo min mogelijk jongeren haar broertje achterna gaan. Hard nodig, vindt ze, want het aantal zelfdodingen onder jongeren tussen de 20 en 25 nam het afgelopen jaar toe, net als het aantal psychische problemen.
Marina's plan is ambitieus. Ze wil dat middelbare scholen hun curriculum een week lang in het teken stellen van geestelijke gezondheid. Ze wil educatieve workshops, inspiraties, sessies en een afsluitend feest. Als scholier deed ze ooit mee aan het eetstoornis programma Dance4Life. En zo ziet ze het voor zich. Ik wil de Dance4Life voor geestelijke gezondheid organiseren. Want, zo stelt Marina. Waarom krijgen we op school wel lichamelijke opvoeding, maar geen geestelijke opvoeding? Ooit bewonderend geknikt? De bobo's zijn onder de indruk van Murina strijdlust.
Ze is duidelijk klaar voor de revolutie. Toch duurde niet lang voor de skepsis boven tafel komt. Realiseert zich dat ze met ouders van doen krijgt, weet ze dat het als schier onmogelijk is om anderhalf uur te krijgen op een middelbare school? Is er zich ervan bewust dat jongeren soms per ongeluk openhartiger zijn dan ze lief is. Marina heeft een projectmanager meegenomen die de bezwaren rustig aanhoort en ze dan af kapt. We willen het allemaal horen, zegt ze. Maar we zijn hier vandaag om te dromen.
Twee uur de tijd en dan moet gebrainstormd worden. De post-its worden aangerukt, de flip hoort staan klaar. De groep wordt opgedeeld in. Na afloop van de strak georganiseerde brainstorm. Als iedereen afscheid heeft genomen, praten wat aanwezigen, onder wie drie hoogleraren, na op een tochtige straathoek. Binnen heeft de taal van de hoop geheerst. Hier spreekt de wetenschap. We kunnen niet zomaar. Er zou meer onderzoek. Is er eigenlijk al een meta analyse? Wat weten we nu van dit soort interventies?
Is dit wel verantwoord? Eén van hen heeft zijn handen in de zakken van zijn jasje, hoort de kritiek aan en haalt zijn schouders op. Marina heeft geen tijd voor meta analyses, begrijpt hij, ze wil iets doen. Hardop vraagt hij zich af of een meta analyse ons werkelijk iets wijzer zou maken. Jongeren, zegt hij, kunnen willekeurige winkel inlopen om een game te kopen waarbij ze elkaar door de kop schieten. Gaan we nu moeilijk doen over een positief initiatief ter bevordering van hun welzijn?
Hier spreekt Jim van OS Sinds ik schrijf over het moderne leiders in zijn naam, want ik krijg zijn boek getypt, wordt geadviseerd met hem te gaan praten. Zie hem steevast voorbijkomen als ik zoek naar vernieuwende initiatieven in de GGZ. Jim is super benaderbaar, hoor ik. Hij heeft het stik druk, maar hij maakt desnoods een extra koffie. Afspraak op zijn Amsterdamse hardloop broodje metje. Jim duikt ook op als de geadresseerde in een persoonlijk brievenboek dat ik ontvang van een correspondent lid dat een zware psychose overleefde.
Hij kent hem niet persoonlijk, maar hij voelt zich zo verwant met zijn ideeën dat hij hem bij zijn voornaam aanschuift als een vriend. Jim is de autoriteit achter de succesvolle online gemeenschap Psychosen Net, die samen met Kraut BMI steeds vaker genoemd wordt als deel van de oplossing voor de wachtlijst problematiek in de GGZ. Als ik een glimp opvangen van de toekomst van de psychiatrie, dan moet ik bij deze tovenaar van Oz zijn. Jim van OS is psychiater, hoogleraar psychiatrische epidemiologie en voorzitter van de divisie hersenen in het Universitair Medisch Centrum in Utrecht.
Hij was gecast als de hoofdpersoon van dit stuk, de Robin Hood van de psychiatrie. Het gezicht van een transformerende GGZ, de spreekbuis van wat je een mensenrechtenbeweging zou kunnen noemen voor een betere GGZ en een nieuwe manier van kijken naar geestelijk leed. Genoeg aantrekkelijke Mythology voor een portret, kortom. Maar op zoek naar de man en zijn ideeën kom ik zoveel mensen tegen. Zoveel verhalen en zoveel meningen dat het al snel tegennatuurlijk voelt om de blik te richten op één enkele hoogleraar.
Wie spreekt over de ideeën van Jim van OS, ziet nogal wat mensen over het hoofd. De nieuwe GGZ, zoals Vanolst beweging noemt die door de Europese psychiatrie waart, is uit vele bronnen geboren, waaronder de patiënt beweging en de zogenaamde herstelbeweging, die beiden al decennia gangbare psychiatrische denkwijze bevragen. De nieuwe GGZ is ook de naam van het initiatief dat Van Ons in 2015 startte, samen met drie collega's. Hoogleraar zorg innovaties Philip Dilles SPO, een bescheiden Belg van wie gezegd wordt dat hij de bijnaam De souffleur van Jim van OS verdient ervaringsdeskundige Wilma Buvingen, GZ psycholoog Michaël Milo en eHealth expert Frank Schalken.
De beweging die van ons vertegenwoordigt is niet van psychiaters alleen, maar evengoed van psychologen, patiënten, ervaringsdeskundigen, buurtwerkers en vele anderen. In de weken dat ik van ons volg, brengt hij me met hen in contact en neemt hem mee naar zaaltjes waar de post-its ritselen. In één van die zaaltjes op een desolaat bedrijventerrein wordt op een zonnige zaterdag afgelopen zomer gesproken over kwaliteitscontrole in de ggz. Hier wordt gesteggeld over wat de maatstaf zou moeten zijn voor goede zorg.
Hoe je zoiets meet en hoe vooral niet. Ik verwacht een arena vol psychiaters en psychologen, maar patiënten en ervaringsdeskundigen blijken goed vertegenwoordigd, ook onder de sprekers. Voor me zitten twee dames op hun stoel te wippen. Ze knikken geestdriftig als ze iets horen wat ze bevalt, mompelen bozer als het ergens niet mee eens zijn. Achterin zit een oudere heer die ik eerder heb gezien bij een debat. Klaar om zijn mond open te trekken zodra er gelegenheid is tot het stellen van vragen.
Roept hij iets als veertig jaar in de GGZ. Een schande wanneer hen door de moderator gevraagd wordt of hij ook een vraag heeft, zegt hij. Er moet dus iets gebeuren. Wanneer houden we op met lullen? Het antwoord op die vraag heet Martijn Kolen. Vlak voor de pauze neemt hij het woord. Martijn is een beer van een kerel met rommelige krullen en een vriendelijke, no nonsense uitstraling. Hij staat aan de wieg van Enik Recovery Colletje in Utrecht, een plek gerund door ervaringsdeskundigen zoals hij waar mensen met psychische problemen zomaar zonder afspraak naar binnen kunnen lopen voor een kopje koffie en een goed gesprek.
Bij Enik wordt nauwelijks gepraat over diagnoses en behandelplan. Je volgt er ook geen behandeling. Je bent er te gast en welkom wanneer je wilt. Je kunt er cursussen volgen als aandacht voor jezelf en bewust wandelen, maar vooral kun je er in contact komen met lotgenoten. En er komt geen psychiater aan te pas. Met zijn sonore predikante stem spreekt Marthijn de zaal toe. De vraag van die meneer, zegt hij, is waarom we nog steeds niet gebeurd durven in contact staan met de ander.
We moeten mensen de ruimte bieden om er te zijn met hun pijn en verdriet. Je moet er bij durven zijn, dat durven maar weinig. Hulpverleners zijn bij dat wat moeilijk is. Niet voor het eerst vandaag klinkt de ietwat vage menselijke maat die de grote overkoepelende eis van al deze vernieuwingsbeweging zou kunnen noemen. Meten is niet altijd weten. De menselijke maat moet terug. Patiënten en zorgverleners moeten zelf kunnen bepalen wat ze goede zorg vinden. De relatie tussen wanneer een patiënt moet centraal staan.
Ik heb Martijn, die een applaus krijgt voor zijn kleine oratie, eerder online horen spreken in een kerk waar hij herinneringen ophaalde aan zijn eigen tijd in de GGZ. Hij lijkt bewust termen als diagnose en ziekte te mijden. Liever heeft hij het over de existentiële eenzaamheid, de wanhoop van die moeilijke periode in zijn leven. Een van de grootste problemen. Als het aan veel vernieuwers ligt, is dat de patiënt in de GGZ gereduceerd wordt tot zijn of haar symptomen en geen regie en eigen verantwoordelijkheid krijgt.
De huidige praktijk maakt mensen dikwijls tot de ziekte weer hoop gevestigd is op de spreekkamer van de knapste medisch specialisten van het land. De tovenaar van Oz die zo oplappen. In dat model ben je of ziek of gezond. Gezondheid betekent in de praktijk de volledige afwezigheid van ziekte. Dit stimuleert de vraag naar specialistische zorg. Trek patiënten aan met de belofte van beterschap en het stimuleert tot grootschalig medicijngebruik. De aangewezen manier van behandelen in dit model symptoombestrijding door een specialist.
In één van de vele filmpjes die online van hem kunt vinden, legt Jim van OS het verder uit. Als je tegenwoordig in de ggz belandt, krijg je een diagnose van een expert. Die kennis vertaalt zich in een systeem waarbij ziekenhuisopname of medicatie van groot belang worden geacht. Dat hoor, je heeft dan weer iets te maken met je brein waar blijkbaar dingen gebeuren waardoor je een ziekte hebt. Vanaf dat moment zul je van experts te horen krijgen hoe jij eraan toe bent op basis van symptomen lijsten.
Dit soort kennis, het soort wijsheid, wordt steeds meer bevraagd, denkt Van Osch. Mensen vragen zich af of het echt zo is dat hun brein ziek is en of medicatie werkelijk iets corrigeert in het brein. Ze willen weten of ze een diagnose zomaar moeten accepteren of dat ze ook hun eigen verhaal kunnen maken. En moeten ze eigenlijk gebruik maken van de GGZ? Of kunnen ze met hun problemen ook op andere plekken terecht? Voor Martijn betekende zijn opname en zijn diagnose schizofrenie een knik in zijn bestaan.
Er was ineens een nieuwe Marthijn, legt hij uit. Ik wilde me nestelen in de identiteit. De diagnose, de status van patiënt, gaf me veiligheid. Het begon er ook risico's door te mijden. Ik sprak de taal van de psychiatrie in. Dat zonderde me af van de maatschappij. Ik heb moeten leren om mijn lijden te zien als mens. Dat meedoet in die maatschappij. Marina had haar broertje hetzelfde gegund. Ze ziet er kwetsbaarder uit. De tweede keer dat ik haar ontmoet.
Een paar maanden na haar indrukwekkende presentatie. Spreek af in een café tegenover het Amsterdamse centrum. De GGZ instelling waar Alexander destijds zat. Het doet haar veel om het gebouw te zien. Die stapels stenen waarin haar broer zat opgesloten. Het is nog geen twee jaar geleden. Terwijl de theedrinken tekens op een papiertje precies de afdeling uit van de kliniek waar ze Alexander bezocht, een verzameling hoekjes in Boose Pen lijnen. Hier kom je binnen door een sluis. Hier zijn de kamertjes.
Hier zaten ze achter de PlayStation en hier was het vertrek van de begeleiders van hun patiënten gescheiden door een glazen muur. Marina bestelt een eitje, maar ze krijgt het nauwelijks weg. Ze herinnert zich de lethargie waarin Alexander en zijn medebewoners belandden. Iedereen zat daar maar, vertelt ze. Ze waren dolblij als zij kwam omdat ze sociaal was met iedereen. Ze keek tv mee en maakte praatjes met een schuwe jongen die iedere dag zijn eigen spruitjes kookte. Bang voor vergiftiging?
Ik probeer de mensen het gevoel te geven dat ze niet raar waren, zegt ze. De begeleiders zaten in Marina's beleving in het grootste deel van de dag achter hun glazen wand van waarachter ze de verplichte medicatie uitdeelden. Soms werd er geweld gebruikt om de jongeren op de afdeling in bedwang te houden. Als Alexander iets wilde, werd hij vaak tegengewerkt, zegt Marina. En dat gold ook voor de familie. Te veel bemoeienis van Alexanders omgeving konden de begeleiders volgens haar niet gebruiken.
Zij wisten wat het beste was medicatie, een strak regime. Het pijnlijkste Marina dat naar Alexander zelf nauwelijks geluisterd werd wat hij te zeggen had, werd niet relevant bevonden voor de behandeling. Door zijn toestand werd hij niet serieus genomen. Alexander dacht in een van zijn religieuze wanen dat hij de kamer van de waarheid had gevonden in de kliniek. Daar vond hij het fijn zich Marina, die zich er nog boos en verdrietig over maakt. Daar voelde hij zich veilig.
De begeleiders waren het er niet mee eens, ze dachten dat hij onzin uitkramen en brachten hem naar een andere kamer. Achteraf na zijn dood bleek de Kamer van de Waarheid de enige ruimte te zijn waar de airco niet stond te loeien. Waar Alexander zichzelf kon horen denken. Het was symptomatisch voor de gang van zaken in Maurienne, een enorme afstand tussen behandelaar en patiënt. De heilige overtuiging dat medicatie. Het antwoord is de professional, zo stralen ze daar uit.
Weet wat het beste is. De GGZ instelling werd de belangrijkste motivator voor Marinus boordje om Queen te blijven als hij daar weer naar toe moest, zei hij tegen haar. Dan wilde hij liever dood. Mensen zoals Marina, die woedend zijn op systeem, vinden vaak hun weg. Jim van OS. Hij biedt een luisterend oor en hij geeft hoop. Maar hoewel hij de hardste critici begrijpt, haast hij zich net als veel andere professionals. Ik spreek te zeggen dat onze GGZ een goede sector is waar professionals zich met hart en ziel inzetten voor de meest kwetsbare mensen.
Wat er desondanks misgaat, laat zich nog niet zo makkelijk samenvatten. Het is één van de taken die van ons zich heeft gesteld helder uitleggen wat er niet klopt aan het systeem. In het UMC Utrecht werd Van Ons een paar jaar geleden de opvallende opvolger van René Caen, een hardcore wetenschapper bij het publiek bekend als de pillen professor. De twee professoren symboliseren voor datzelfde publiek zo'n beetje de twee kampen in de belangrijkste richtingenstrijd binnen hun vak. Caen vertegenwoordigt met zijn hersenonderzoek naar angst en schizofrenie de biologische psychiatrie die de oorzaak van psychisch leed voor een brein zoekt.
Een visie die jarenlang dominant is geweest en nog steeds goed zichtbaar is in de inrichting van de GGZ. Van OS is op het eerste gezicht de tegenpool van zijn voorganger. Hij ziet de waarde van neurowetenschap en herkent bijvoorbeeld de rol die genen kunnen spelen bij psychische aandoeningen. Maar hij is ervan overtuigd dat psychiatrie verder moet kijken dan de biologie. Hij durft te beweren dat Frits Beest tover begrip van de medische stand in zijn vak vaak neerkomt op pseudowetenschap. Pillen, therapie en diagnoses schieten nog altijd tekort in zijn optiek en psychische kwetsbaarheid.
Een woord dat hij liever gebruikt om stoornis laat zich nu eenmaal niet wegwandelen. Je bent nooit helemaal beter, nooit helemaal ziek. In plaats van afhankelijk te zijn van de psychiatrie, kunnen mensen leren weerbaarder te worden, zich aan te passen en eigen regie te nemen in de zoektocht naar wat werkt voor ze. Dat is een langzamer proces, meer existentieel dan medisch, waar de hele gemeenschap bij nodig hebt. De psychiater als dat van ons ligt is dan ook geen witte jas, maar een relatiedeskundige die zich ook bezighoudt met de zingeving en betekenis.
Om die visie uit te dragen verschijnt van ons in zaaltjes door het hele land. Twittert hij met het fanatisme van de activist en staat hij voortdurend journalisten te woord. Als geen andere psychiater zet hij internet in om zijn boodschap toegankelijk te maken. Hij heeft tot één van zijn collega's het Messias effect noemt. Maar de paar keer dat ik hem ontmoette is hij ingetogen, schuchter, haast. Hij drinkt muntthee, praat zacht en vertelt met enige schroom wat hem er als student toe bracht te concluderen dat het vak dat hij wilde nauwelijks wetenschap was.
Van OS stond aan het begin van zijn geneeskunde studie toen zijn nicht, met wie hij close was, psychotisch werd. Ik heb vreselijke toestanden met haar meegemaakt in de psychiatrie, zegt hij. Negen diagnosis kreeg in totaal. Dat heeft me aan het denken gezet van Jezus. Wat is dit eigenlijk? Wat gebeurt hier met haar? Het maakte hem extra kritisch toen hij zelf koos voor de psychiatrie. Van OS studeerde, werkte en deed onderzoek naar schizofrenie in verschillende landen.
Marokko bijvoorbeeld, waar stemmen horen toe nog niet als ziekte werd gezien. Frankrijk waar de psychoanalyse nog heerste en Engeland, waar de wetenschappelijke psychiatrie aan een opmars begon. Hij kon niet anders dan concluderen dat in al die landen totaal uiteenlopende wijze gedachte werd, een verschil zou wrny wat het precies was. Hoe je de behandelde en hoe de prognose eruit zag. Dit kun je nauwelijks een wetenschap noemen, maakt hij op uit de internationale vergelijking die hij ook optekenen in een veel geciteerd artikel in de British Medical Journal.
Het is gewoon cultuur, ze doen maar wat. Er is ironisch genoeg wetenschap die deze visie ondersteunt. De enorme rol van het placebo effect in de psychiatrie bijvoorbeeld. Neem antidepressiva, veruit het meest gebruikte psychiatrische medicijn. Zo'n 83 procent van de verbetering die bij proefpersonen gemeten wordt na het slikken van antidepressiva, treedt ook op bij het nemen van een placebo. Bij zwaardere diagnoses als bipolaire stoornis bestaat het placebo effect ook, zij het in mindere mate. Dat maakte de psychiatrie uniek binnen de medische wetenschap.
Wie een gebroken been heeft of een tumor in zijn hoofd, is nauwelijks geholpen met een placebo. Maar in de psychiatrie is placebo vaak het overgrote deel van het behandel effect. Niemand weet precies waar dit enorme placebo effect vandaan komt. Het is een ruisende lastpost voor wie onderzoek doet de Convair, de confessionelen. Verklaring is dat het te maken heeft met een niet specifieke effecten van de behandeling. Natuurlijk herstel, aandacht van de hulpverlener, positieve verwachtingen, autoriteit of geloof in de medische wetenschap.
Maar, denken Van Osch en de zijnen, je kunt het placebo effect ook zien als het bewijs dat mensen op eigen kracht kunnen helen als je ze op weg helpt met een ritueel waarin ze geloven. Dat niet zozeer de medicatie of de behandeling zelf is die mensen helpt, maar meer het ritueel wordt verder aannemelijk gemaakt door het beroemde en beruchte Dodo Burd verdict. Alle bonafide vormen van psychotherapie, of dat nu psycho dynamische of cognitieve gedragstherapie is, blijken ongeveer even effectief.
Zoals de dodo uit Ellis in Wonderland oordeelde Evry, Bayes, Boon en Oma's sterft crisis. Daaruit kun je volgens Van Oosten een nieuwe ggz concluderen dat een aanzienlijk deel van de patiënt niet zozeer opknapt door de behandeling, maar doordat ze de GGZ op een creatieve manier gebruiken om op eigen kracht beter te worden. Vandaar al die nadruk op eigen regie. Wetenschappelijke lacunes, zoals het placebo effect en het dodo burd verdict, maken van onszelf vooral pragmatisch. Als je toch niet zeker weet wat er met mensen aan de hand is, kan maar beter naar ze luisteren.
Probleem van psychische klachten is daarbij zo groot geworden, is de idee dat we niet alleen maar kunnen denken in termen van Ziekenzorg. We moeten het benaderen als een zaak van volksgezondheid. Public help. De nadruk moet naast behandeling liggen op preventie, lotgenotencontact en hulp. Laagdrempelige dingen waarvoor je niet op een wachtlijst hoeft. Noem het met een surfboard multi deskundigheid, noem het co-creatie of noem het bij de naam de psychiater. Er zal iets van zijn autoriteit inleveren ten gunste van de autonomie van zijn patiënt.
In weer een ander zaaltje ik op een bloedhete dag in augustus een indruk van hoe dat er dan uit zou moeten zien. Co-creatie. Een opvallend charismatische zestiger in een overall spreekt een zaal vol jeugdwerkers toe. Bijna alleen maar vrouwen in kleurige ufiz. Hij houdt een zelfgeknutselde raket vast model Kuifje, die hij met veel bombarie laat landen op een soort rad van fortuin. Het is alsof op de kermis staan. De man met Riquet is geen psychiater of zorgbestuurder, maar een ontwerper, Gijs Hoekelum.
Met psycholoog Michael Milo, mede initiatiefnemer van de nieuwe GGZ, bouwt hij aan het alternatieve zorg netwerk Samen Beter. In verschillende wijken in Nederland experimenteren ze samen met bewoners en lokale instellingen met projecten die de zorg beter en toegankelijker maken. Samen Beter stelt de vraag hoe je gezondheid kunt financieren in plaats van ziekte. De Kuifje raket beeldt de zorgvraag uit van iemand in de wijk. Ik voel me somber. Op het Rad van Fortuin staan de plekken waar die zorgvraag allemaal kan landen.
Veruit de grootste taartpunt is voor de professionele zorg. Grote kans dat Kuifje in de GGZ belandt, maar dat heeft ook andere landingsplek Sport-Club. Voorbeeld de buurvrouw. De diëtist. De mindfulness trainer. De ervaringsdeskundige. Want iemand met gezondheidsproblemen kan op veel meer plekken terecht dan alleen bij de medisch specialist. Als al die partijen binnen een wijk beter met elkaar zouden communiceren en samenwerken, wilden gedachten, dan verstevigt dat de gemeenschap en de weerbaarheid van zijn leden. Het moet over een onder diagnostiek tegengaan en voeg signalering van gezondheidsklachten bevorderen.
Als de raket geland is, begint het grote brainstormden weer. Het kan de hitte zijn, maar mij overvalt een zekere moeheid wanneer ik de post-its opnieuw in het rond zie vliegen.
Een gevoel van hoe dan? Hoe laat je zoveel verschillende mensen samenwerken? Hoe breng je zoveel verschillende opvattingen bij elkaar? Ik loop een vrouw tegen het lijf die zich net als ik aan de brainstorm onttrekt en bespeur eenzelfde moedeloosheid. Als ik de woorden nieuwe GGZ en Jim van OS laat vallen, knikt ze bemoedigend. Maar ik merk dat het oude koek is voor haar. Prachtig wat u hem allemaal zegt hoor, maar de patent beweging waar zij deel van uitmaakt roept het al decennia.
Het duurt allemaal al zo lang, zucht ze. Het is niet de eerste keer dat ik op mijn gratis mening getrakteerd word als ik de naam van Oslo zijn uitgesproken. Schiet collega's nogal eens in het verkeerde keelgat.
Hij maakte zich bij uitstek impopulair toen hij in 2016 in de PMG stelde dat schizofrenie de ziekte der ziektes binnen de psychiatrie, niet bestaat. Als ik een andere vernieuwende denktank bel, Ri Designing Sakari, die tegelijk met de nieuwe GGZ ontstond in 2015, haast oprichter David van den Berg zich te zeggen dat hij er een andere stijl van kritiek op nahoudt dan de dwarste van ons. Beide geluiden zijn nodig, voegt hij toe. Ook het radic beide geluiden zijn nodig, voegt hij toe.
Ook het radicale, maar Wiles duiding Sakari streeft nadrukkelijk naar meer verbinding, minder polarisatie. Ik snap waarheid over heeft op een flyer voor een debat in de Amsterdamse debatcentrum De Balie tussen Jim van OS en zijn collega Damiaan Denys. Worden de twee hoogleraren begin dit jaar afgebeeld met vorken in de hand en bloeddorstige blikken. Je wordt een spektakel beloofd. De bomvolle zaal verheugde zich op een smerig hanengevecht. Denys en veel vakgenoten met hem vinden dat de psychiatrie zich vooral bezig zou moeten houden met de moeilijkste zwakste groep, niet met de existentieel kwakkelende rest.
We hebben het immers wel over een medisch specialisme, geen coaching industrie. Vooral de meer brein georiënteerde vakgenoten zien van ons ook nog wel eens de reputatie van de antipsychiatrie, een hoofdstuk in de geschiedenis dat ze hoopte achtergelaten te hebben. Op zich geen al te gekke gedachte. De antipsychiatrie kwam op in de jaren zeventig van de vorige eeuw, toen de klinische psychiatrie overspoeld werd door kritiek. Psychiaters werden bull's knechten van de bourgeoisie genoemd en het medisch model werd verworpen.
In Nederland was psychiater Jan Foudraine, die met zijn boek Wie is van Hout? Bijdroeg aan een angstaanjagend beeld van de psychiatrische kliniek in ons land, waar mensen in witte jassen hun verwarde medeburgers opsloten, drogeerde en elektriciteit door het hoofd joegen. Zijn ervaring in de klinieken bracht Foudraine tot de conclusie dat de psychiatrie zich moest afscheiden van de medische wetenschap en een mens wetenschap moest worden. Hij verzet zich tegen etiketje plakken en vond dat gek en afwijkend gedrag geen ziekte genoemd moest worden.
Wie vandaag antipsychiatrie zegt, impliceert grote zonden als ziekte, ontkenning om wetenschappelijkheid en ondermijning van het vak. Het wordt nog steeds gebruikt als scheldwoord. Antipsychiatrie is schadelijk. Voor de renners boodschap Meermans Minder medicatie heeft inderdaad raakvlakken met die van Jim van OS en een nieuwe GGZ. Maar Van Oste is in werkelijkheid gematigder en genuanceerder dan een scheldwoord impliceert. Zo is hij niet principieel tegen pillen tegen patiënten die hij antidepressiva voorschrijft, zegt hij. We hebben bepaalde moleculen die je kunt proberen.
We weten niet precies wat ze doen, maar sommige mensen helpt het. De polarisatie binnen de psychiatrie is wel vaker minder scherp dan ze lijkt. De overeenkomsten tussen vermeende tegenpolen zijn dikwijls even talrijk als de verschillen. Het publiek in De Balie, dat zich verheugd had op een smerig hanengevecht tussen Van OS en De Nies, werd bijvoorbeeld teleurgesteld. Het werd een beschaafd gesprek tussen twee charmante mannen, die het uiteindelijk behoorlijk met elkaar eens bleken. Ook Ridezone, Sakari stel verschillen daargelaten, is in veel opzichten eens met de nieuwe GGZ.
De club gaat weliswaar niet met gestrekt been op de status quo zoals Van OS. Maar het zwaartepunt ligt net zo goed bij weerbaarheid. Persoonsgebonden behandelingen zingeving rides duidingsmagazine. Stuurt eveneens aan op minder nadruk op symptoombestrijding en DSM diagnoses. Meermans minder medisch. Zelfs wanneer ik pillen professor en decaan Bell in de VS, waar hij inmiddels werkt en hem naar zijn opvolger vraag, relativeert hij de enorme verschillen die bij de wisseling van de wacht werden uitvergroot. Je mag me citeren als ik zeg dat Jim gewoon de beste kandidaat voor de baan was.
Hij is de beste onderzoeker die we hebben. De psychiatrie zit vol for dummies. Gekonkel zal er hoe dan ook worden, liefst in krappe krantenkolommen en aan Tōkyō tafels. En als er al niet geruzied wordt, dan worden er wel sweeping statements gemaakt over nieuwe, baanbrekende onderzoeken die alles zullen veranderen. Eerlijk is eerlijk, er wordt ook nogal wat verwacht van onze Zielknijper. MS patiënten zijn ook niet altijd toonbeelden van coherentie. Ze willen gehoord worden als mens, behandeld worden en hun eigen regie voeren.
Tegelijkertijd snakken is naar de autoriteit van de witte jas. De geleerde redder, die magische jas kan placebo's studies indachtig zelfs deel van de oplossing zijn. Zo schipperen patiënten nogal eens tussen hulpeloosheid en verbolgenheid. Hongerend naar meer aandacht. Woedend op de verzorger die ze in de steek laat. Freud zou hier raad mee weten. Maar laten we het nog ingewikkelder maken. Noem dit de zelfredzaamheid paradox van onze zoon, de belichaming van. Hij is de psychiater die voor iedereen klaarstaat met de boodschap dat de psychiater niet voor iedereen is.
Dat het publiek graag richtingenstrijd voorgeschoteld krijgt, is ook logisch. Het suggereert dat er een winnaar zou oprijzen met een definitieve oplossing voor het grote leed. Waar geruzied wordt, is hoop. Terwijl de praktijk eigenlijk een tragischer beeld laat zien. In het zaaltje van Martijn praat ik bij de koffie en broodjes met een emeritus hoogleraar psychiatrie die zegt heel mooi te praten en het menselijk contact. Maar wat nou als je iemand tegenover je hebt die knettergek is en helemaal niet met je wil praten?
Het gebeurt vaker dan je denkt, zegt hij. Er zit wat in Nederland telt 250.000 tot driehonderdduizend mensen met een ernstige psychische aandoening. Twintigduizend daarvan verkeren in acute nood. Hun problemen zijn vaak chronisch en meervoudig. Ze zijn het station van zelfredzaamheid of een goed gesprek met een ervaringsdeskundige gepasseerd en hebben hulp of medicatie nodig van een professional. Voor hun raket is maar één landingsplek. Daar ver van de barricades en voorpagina's. Loopgraven van de psychiatrische afdeling in het UMC Utrecht werkt Floortje Scheepers, hoofd van die afdeling, een hoogleraar innovatie in de GGZ.
Ook naar haar ben ik meermaals doorverwijzen op zoek naar de toekomst van de psychiatrie. Schepers, die niets moet hebben van grote gebaren, houdt er onder medisch specialisten een radicale visie op na. Dat kennis van patiënten, ervaringsdeskundigen en professionals gelijkwaardig is, zegt dat Mars tegen je cardioloog. Wanneer ik haar bel om te praten over de nieuwe GGZ, vertelt ze voorzichtig, maar eloquent waarom ze die term misleidend vindt. De nieuwe GGZ suggereert dat er zoiets is als een oude GGZ die kwaad of slecht is of toe aan vernieuwing.
Dat is volgens mij niet handig, zegt ze. Alleen al omdat je mensen Demel realiseert die al jaren in de oude GGZ werken en daarin geïnvesteerd hebben. In het UMS heeft Schepers zowel onder Jim van OS gewerkt als onder zijn voorganger René Kaan. Hun beider visies kon ze waarderen. Ze gelooft niet langer dat er één waarheid of een zaligmakende theorie is, zoals de psychiatrie aankomt. We moeten bescheiden zijn over wat we kunnen, zegt ze. Niet weer de fout maken, denken dat er maar één juiste vorm van kennis is.
Een revolutie heeft ze ook niet, groep sprak liever van evolutie. De praktijk is zoveel weerbarstiger dan de theorie die in een boekend opschrijf, zegt ze. Laten we nu gewoon met elkaar met de pootjes in de klei aan de slag gaan. Dat is misschien niet iets voor je voorpagina, maar het is wel wat we met z'n allen moeten doen. Dit vak is ploeteren. Iedere dag. Hoe modderig, hoe weerbarstig de realiteit is, weet Marina, terwijl we spreken over Alexander en ze haar best doet om haar eitje op te eten.
Kijk naar het metrum aan de overkant van de straat. Aan de gevel van het gebouw het kunstwerk Houten mit een engel bevestigd twee ladders voegen er dak van, maar een derde ladder lucht insteekt op het puntje staat met zijn armen naar de hemel gericht. Een bronzen figuur. Het werk moet de maatschappelijke ladder uitbeelden en waardoor de inwoners van het centrum hun weg weer zullen vinden. Maar het is haast onmogelijk, gezien de aard van de instelling om niet aan iets anders te denken.
Beeld is ronduit kwetsend voor de veelal suïcidale bezoekers van het centrum, vindt Marina. Iedere keer dat ze erlangs loopt, steekt het. Ze wil er voor vechten dat het beeld wordt weggehaald. Liefst zo snel mogelijk.
Vormen ziet iemand bij wie de pijn om het gedane onrecht om voorrang lijkt te strijden met de wens om iets positiefs te doen voor de toekomst. Misschien gaat het ook wel samen. Marina Schole initiatief heeft inmiddels een naam braaf, een samentrekking van brain en braaf. Ze herkent zich in van ons onvermoeibare streven om mensen weerbaar te maken. Eigen regie te laten nemen. En ze is nog steeds vastbesloten om binnenkort met haar plan bij Jinek aan tafel te zitten of bij De Wereld Draait Door.
Het zou mij niet verbazen als dat haar lukt. Het tij heeft ze in ieder geval mee. Pogingen tot beter ontstaan overal niet alleen rond Jim van OS. Ze zijn succesvol of sterven er voor gedood. Ze zijn tastbaar of online. Maar ze wijzen naar een toekomst waarin mensen met psychische problemen meer zeggenschap hebben. Kritischer zijn en beter zijn ingelicht over wat de opties zijn, wat ze kunnen doen en vooral hoe ze kunnen kijken naar de aard van hun problemen.
De psychiatrie zoekt in midden van dat alles nog altijd naar het evenwicht tussen mens en medicijn, terwijl het nederige besef daagt dat het moderne lijden misschien geen kamer van de waarheid heeft. Bedankt voor t luisteren. Wil je praten over zelfdoding of heb je hulp nodig op dit gebied? Bel en Indri Zelfmoordpreventie 09 100, 0, 1 en 3 of neem contact op via een driepunter 0.